Toen Jakob hoorde dat er in Egypte graan was, zei hij tegen zijn zonen:

‘Waarom ondernemen jullie niets? Ik heb gehoord dat er in Egypte graan te krijgen is. Ga ernaartoe en koop daar graan voor ons, zodat we niet van de honger omkomen.’ Hierop gingen tien van Jozefs broers op reis om bij de Egyptenaren graan te kopen. Jakob liet Benjamin, Jozefs volle broer, niet met de anderen meegaan, uit angst dat hem iets zou overkomen.

Zo kwamen Israëls zonen graan kopen, samen met vele anderen, omdat de hongersnood ook Kanaän in zijn greep hield. Jozef was de hoogste machthebber in het land en iedereen moest bij hem graan kopen. Toen zijn broers voor hem verschenen, bogen ze zich diep voor hem neer. Zodra Jozef zijn broers zag herkende hij hen, maar hij deed alsof zij vreemden voor hem waren en vroeg op barse toon:

‘Waar komen jullie vandaan?’ Ze antwoordden dat ze uit Kanaän kwamen en voedsel wilden kopen. Jozef herkende zijn broers wel, maar zij herkenden hem niet. Hij herinnerde zich wat hij over hen had gedroomd en zei tegen hen:

‘Jullie zijn spionnen, jullie zijn hier gekomen om te kijken wat de zwakke plekken van het land zijn.’ ‘Nee heer,’ antwoordden ze, ‘uw dienaren zijn hier alleen maar gekomen om voedsel te kopen. Wij zijn allemaal zonen van dezelfde man, we zijn eerlijke mensen, we zijn nooit spionnen geweest.’ ‘Dat is niet waar,’ hield Jozef vol, ‘jullie zijn hier gekomen om te zien waar het land kwetsbaar is.’ Ze zeiden nog eens:

‘Uw dienaren zijn met zijn twaalven, we zijn broers, zonen van dezelfde man uit Kanaän. De jongste is op dit moment bij onze vader, en één is er niet meer.’ Maar Jozef zei:

‘Ik blijf erbij dat jullie spionnen zijn. We zullen de proef op de som nemen:

jullie gaan hier niet vandaan tenzij jullie jongste broer hierheen komt, zo waar de farao leeft. Stuur een van jullie terug om hem te halen. De rest blijft hier gevangen totdat het bewijs is geleverd dat jullie de waarheid spreken. Anders zijn jullie spionnen, zo waar de farao leeft.’ Daarna hield hij hen drie dagen in hechtenis.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
0Shares