Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. Toen zei de ander:

‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei:

‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ De ander vroeg:

‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. Daarop zei hij:

‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg:

‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord:

‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar. Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’ Zodra hij bij Peniël was overgestoken, zag hij de Zon opkomen. Jakob liep mank. Omdat de ander hem had aangeraakt bij de spier die boven het heupgewricht ligt, eten de Israëlieten de heupspier niet, tot op de dag van vandaag.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
0Shares