Abraham ging dichter naar Hem toe en vroeg:

‘Wilt U dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen? Misschien dat er in die stad vijftig onschuldigen zijn. Zou U die dan ook uit het leven wegrukken en niet de hele stad vergeving schenken omwille van die vijftig onschuldige inwoners? Zoiets kunt U toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt U toch niet doen! Hij die Rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?’ De HEER antwoordde:

‘Als Ik in Sodom vijftig onschuldigen aantref, zal Ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken.’ Hierop zei Abraham:

‘Nu ik eenmaal zo vrij ben geweest de Heer aan te spreken, hoewel ik niets dan stof ben:

stel dat er aan die vijftig onschuldigen vijf ontbreken, zou U dan toch vanwege die vijf de hele stad verwoesten?’ ‘Nee,’ antwoordde Hij, ‘Ik zal haar niet verwoesten als Ik er vijfenveertig aantref.’ Opnieuw sprak Abraham Hem aan:

‘Stel dat het er maar veertig zijn.’ ‘Dan zal Ik het niet doen omwille van die veertig.’ Toen zei hij:

‘Ik hoop dat U niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te gaan:

stel dat het er maar dertig zijn.’ ‘Ik zal het niet doen als Ik er dertig aantref.’ Hierop zei hij:

‘Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken:

stel dat het er maar twintig zijn.’ ‘Dan zal Ik de stad niet verwoesten omwille van die twintig.’ Abraham zei:

‘Ik hoop dat U niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen:

stel dat het er maar tien zijn.’ ‘Dan zal Ik haar niet verwoesten omwille van die tien.’

Zodra de HEER Zijn gesprek met Abraham had beëindigd, ging Hij weg. En Abraham keerde terug naar de plaats waar hij woonde.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
0Shares