Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham. Hij zei:

‘Ik zweer bij Mijzelf – spreekt de HEER:

Omdat je dit hebt gedaan, omdat je Mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, zal Ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee, en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. En alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jouw nakomelingen. Want jij hebt naar Mij geluisterd.’

Daarna ging Abraham terug naar zijn knechten. Samen gingen ze weer op weg naar Berseba, en daar bleef Abraham wonen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
0Shares