De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, legde dat op Hagars schouder, gaf haar ook het kind mee en stuurde haar weg. Ze trok de woestijn van Berseba in en doolde daar rond. Toen het water uit de zak op was, liet ze haar kind onder een struik achter. Zelf ging ze een eindje verderop zitten, op een boogschot afstand, omdat ze niet kon aanzien hoe haar kind stierf. En terwijl ze daar zo zat, huilde ze bittere tranen. Maar God hoorde de jongen kermen, en een engel van God riep Hagar vanuit de hemel toe:

‘Wat is er, Hagar? Wees niet bezorgd:

God heeft je jongen, die daar ligt te kermen, gehoord. Sta op, help de jongen overeind en ondersteun hem. Ik zal een groot volk uit hem doen voortkomen.’ Toen opende God haar de ogen en zag ze een waterput. Ze liep ernaartoe, vulde de waterzak en gaf de jongen te drinken.

God beschermde de jongen, zodat hij voorspoedig opgroeide. Hij leefde als boogschutter in de woestijn. Hij ging in de woestijn van Paran wonen, en zijn moeder koos een Egyptische vrouw voor hem uit.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
0Shares